Ladakh
Ooit was Ladakh, één van de steden in India, een groot, krachtig en onafhankelijke Koninkrijk, maar kwam na de invasie in 1837 van de Kashmiri generaal Zorawar Singh onder de invloed van Kashmir.
Na de invasieve verhuisde de koning van Ladakh naar zijn paleis in Stok dorp, waarvan nu een deel een fascinerend museum is en een deel nog steeds wordt bewoond door de koninklijke familie.
Deze, meest noordelijke, staat van India wordt vaak “Little Tibet” genoemd en maakt in wezen deel uit van het Tibetaanse plateau ten noorden van de belangrijkste Himalaya range.
De bevolking is van Tibetaanse afkomst.
Ladakh wordt ook wel aangeduid als ‘Het Land van de Lama’s “, het Tibetaans boeddhisme is nog steeds erg sterk vertegenwoordigd in deze regio.
Er zijn vandaag de dag nog heel veel grote kloosters of gompa’s volledig in gebruik. De meeste dorpen hebben een klooster of kleine tempel. Ladakh wordt gekenmerkt door met sneeuw bedekte bergen, diepe kloven, alluviale fans en is in wezen een berg met hooggelegen dorre woestijn.
Er is zeer weinig regen in Ladakh. Het is een land waar echte mysterie nog steeds bestaat en is een van de meest fascinerende en mooie gebieden van de Himalaya.
Mumbai /Bombay
Mumbai was eens een cluster van zeven eilanden: Colaba, Mumbai, Mazagaon, het eiland van de Oude Vrouw, Wadala, Mahim, Parel en Matunga Sion welke het thuis ware van de vissersgemeenschap van Koli. Gelegen aan de westkust, werd het een belangrijk handelscentrum en havenstad nadat de Engelse koning Charles de Tweede het in 1668 aan de Oost-Indische Compagnie gaf. De eilanden heetten ‘Bombay’, wat betekent ‘goede baai’ in het Portugees, door de Portugezen. In 1996 werd het officieel omgedoopt tot Mumbai, de naam werd afgeleid Mumbadevi, de godin van de Kolis.
